Gevelsteen met een melkmeisje
Zeedijk 19 (zijgevel Oudezijds Kolk), Amsterdam
In 1960 trof Onno Boers (historisch publicist en mede- oprichter van de VVAG), deze gevelsteen aan in de tuin van een Wassenaarse villa. De eigenaar had de steen ooit ergens gekocht en over de herkomst wist hij niets te vermelden. Na enig speurwerk gaf het “Schetsboek van Suasso” (plm. 1875) de oplossing. Het bleek een Amsterdamse steen te zijn die Suasso op het adres Goudsbloemstraat 207 vermeldde als een zeer fraai in kleuren overschilderd basreliëf, echter met de vermelding “is vervallen”.
Detail van pagina 81 van het schetsboek van Suasso. © Stadsarchief Amsterdam
Tot omstreeks 1870 sierde ze de gevel van dit pand, waar in 1742 melkkoper Willem Luijning woonde. Een melkmeisje (op deze steen afgebeeld met juk en twee houten melkemmers) was niet alleen het uithangteken voor melkkopers, maar kwam ook voor aan herbergen, tabakswinkels en pijpenhandelaren.
De gevelsteen in de tuin in Wassenaar. Foto: Onno Boers
In het augustusnummer van Ons Amsterdam 1961 beschreef Boers zijn vondst en noemde tevens drie andere stenen in dezelfde tuin: een vlucht naar Egypte, een staande Paulus met zwaard en boek en een met een wapenschild, alle los opgesteld.
Kennelijk zijn deze gevelstenen na de ontdekking en beschrijving in de handel terecht gekomen want ze stonden op een geven moment niet meer in Wassenaar. In 1970 koopt het Amsterdamse Bureau Monumentenzorg van een Naardense tandarts de steen met het melkmeisje voor fl. 450,-.
De gevelsteen werd in 1988 gerestaureerd en weer in kleur gezet aan de hand van adviezen van het Arnhemse Openluchtmuseum. Zij beoordeelden haar door de typische muts, als een Noord-Hollandse melkmeid.
In datzelfde jaar wordt, in het kader van de renovatie van de kop van de Zeedijk, het melkmeisje ingemetseld in de zijgevel van Zeedijk no. 19 en keerde zo, na ruim 150 jaar verblijf buiten Amsterdam weer terug in het stadsbeeld.
Tekst: Onno Boers