Gevelsteen DE CLEYNE BLAAUWE FONTEYN
Zeedijk 10 (zijgevel Sint Olofssteeg), Amsterdam

De, in 1560 geboren Bauduin de Preijs, van beroep riemmaker (in latere aktes Boudewijn de Prix) koopt in 1630 een pand in de St Olofskapelsteeg (later Oudezijds Kapelsteeg en sinds 1914 Nieuwebrugsteeg). Hij heeft een verbouwing aangevangen, maar maakt de voltooiing in 1634 (notitie in het Verpondingskohier) niet mee: hij overlijdt in 1631.
Ook zijn in 1625 overleden zoon gaf als beroep riemmaker op. In 1639, na de dood van Bauduin, verkoopt zijn weduwe Catharijntje Jacobs het pand dat in de koop/ verkoopakte omschreven wordt als: ‘huis en erf in de St. Olofskapelsteeg, genaamd “de Cleijne Blaeuwe Fonteijn”. De koper is Hendrick Claesz, beroep figuurgieter.
De gevelsteen in opslag bij het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap.
Het is 1706 (tussentijdse koopaktes of eventuele verervingspapieren zijn niet bewaard gebleven) als de erven van Aeltje Arents het pand verkopen. Toevallig was de echtgenoot van Aeltje ook riemmaker van beroep. In hun ondertrouwakte geeft hij als beroep bandeliermaker op. (Bandelieren waren de riemen en gordels die militairen gebruikten om wapens en patroontassen te dragen).
In deze akte van 1706 heeft de klerk een schrijffout gemaakt: hij schrijft ‘de Kleijne Blauwe Fortuyn’ in plaats van ‘de Cleijne Blaauwe Fonteijn’. Dit schrijffoutje blijft gehandhaafd in in koop-en verkoopaktes van 1709 en van 1710, als Claes Brughman, timmerman, het pand verkoopt en in 1732 als Adrianus van Keulen, suppoost in de Bank van Lening de nieuwe eigenaar wordt. Adrianus dreef, naast zijn werk in de Bank van Lening, een theewinkel in het pand.
In 1742 in de Personele Quotisatie wordt zijn pand op een huurwaarde van fl. 200,- getaxeerd. Ook bij de koop/ verkoop in 1756 als hoedenmaker Pieter Rees de nieuwe eigenaar wordt, blijft de schrijffout Fortuijn i.p.v. Fonteijn gehandhaafd. Hij had zijn bedrijf aan huis want in 1788 wordt hij vanuit de Oudezijds Kapelsteeg begraven.
De gevelsteen VISSERS WYK, zoals deze nu te zien op de Hoorneboog in Amsterdam Zuid- Oost.
Hoe het oorspronkelijke pand in de Nieuwebrugsteeg, met gevelsteen er uitzag is niet bekend. Daar Suasso de steen niet noemt kunnen we met enige zekerheid aannemen dat in 1875 de steen er al niet meer was. In een artikel in de 8ste jg. van Ons Amsterdam (1956) noemt H.W. Alings de steen die (toen) enkele jaren geleden voor de dag kwam in het Museum Amstelkring en in 1953 overgedragen werd aan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Alings lokaliseerde ook het adres Nieuwebrugsteeg 23.
De hoofdvoorstelling is een fraai gedecoreerde fontein van drie bekkens op elkaar, bekroond door een naakt, pissend jongetje, leunend op een staf. In de linkerbovenhoek het Amsterdamse wapen bekroond door de Keizerskroon. Onder het wapenschild hangen, evenals in de rechterbovenhoek z.g. draagzelen. Draagzelen waren een soort schouderriemen gebruikt door kruiers om hun zware werk wat te verlichten. De lussen aan de uiteinden van de zelen werden om de handvatten van de een-wielige kruiwagens geschoven zodat het gewicht op de schouders kwam te drukken. Op menige oude tekening en gravure zijn kruiers te zien met deze draagzelen.
Het lijkt erop dat deze draagzelen een specialiteit waren van de riemmaker Bouduin du Preijs die in 1630 het pand in de St. Olofskapelsteeg (Oudezijds Kapelsteeg, Nieuwebrugsteeg) kocht en een verbouwing begon.
De Cleyne Blaauwe Fontein heet zo vanwege de blauwe (Belgische) steensoort die gebruikt is. In Haarlem Gedempte in de gevel van Oude Gracht 121 zit ook een gevelsteen, genaamd ‘De Blaeuwe Fonteijntgen’, met een (nu kleurloze) blauwe fontein. Oorspronkelijk zal deze fontein, gezien de naam van de steen in kleur zijn uitgevoerd, waardoor de voorstelling veel duidelijker zal zijn geweest.
Jan Hilbers restaureerde de gevelsteen in 2017/ 18. De steen had in een muurdam op de oorspronkelijke plek in de gevel van Nieuwebrugsteeg 23 geplaatst kunnen worden. Maar dat was een speculatiepand waarbij het ook eens nog moeilijk was om contact met de onbereidwillige eigenaren te krijgen. Kort na een eerste contact overleed de bereidwilligste van de eigenaren en daarmee ook de mogelijkheid tot plaatsing. Bovendien was de steen daar nauwelijks zichtbaar voor publiek. Daarom besloot de VVAG, de steen om de hoek te plaatsen.
De gevelsteen is in januari 2019 op deze plek ingemetseld. Tot die tijd zat hier de tekststeen ‘Vissers Wyk Aο 1754‘, die naar de Hoorneboeg 1 in Amsterdam Zuid Oost is verplaatst.
Tekst: Onno Boers
Huisonderzoek: Hans Brandenburg