Gevelsteen INT ROOT SCAEP

Vijzelgracht 1 (zijgevel), Amsterdam

In de zijgevel, aan de Prinsengracht, is in 1971, na de herbouw van het hoekhuis, een gevelsteen met een naar links lopend schaap geplaatst. De steen is uit de tweede helft van de 17de eeuw. Hij is afkomstig van Sint Nicolaasstraat no. 2 en 4 en is hier geplaatst als eerbetoon aan C.P. Schaap, inspecteur buitendienst van het Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg, die tijdens de restauratie/ herbouw van het hoekcomplex overleed. De heer Schaap heeft veel te maken gehad met de herbouw van de panden op deze locatie.

Vijzelgracht nog met water. Vijzelgracht 1-35 (v.l.n.r.), gezien in zuidelijke richting. Foto uit 1920 van onbekende maker. © Stadsarchief Amsterdam

Vijzelgracht 1  staat op de hoek Vijzelgracht en Prinsengracht. Het gebouw is sinds 7 juni 1978 opgenomen in het monumentenregister, die het gebouw als volgt omschreef: Hoekpand uit de 17e eeuw met klokgevel, voorzien van hoekvoluten en bekronen gebogen fronton. Er is een houten onderpui uit de tweede helft 19 eeuw. Het pand is bij de restauratie in de oude vorm herbouwd.

Op 14 januari 1670 werden de erven in dit deel van de stad geveild. De eerste eigenaar van het erf was bakker Egbert Lubberszn., die twee jaar verkoopt twee jaar later het nog steeds onbebouwde erf aan meestermetselaar Jan Pieterszn doorverkoopt. In 1684 is het verkocht aan een zekere Sus of Tibbetje Jacobs. In 1720 koopt tapper Jan Ruys het hoekhuis dat hij eerst huurde, en gaat er wonen. Jan is gestorven in 1721 en de  zaken werden voortgezet door de voogden, later door de twee echtgenoten van zijn dochter Maria Bispinck, eerst Johannes Kramer, daarna George Brinkman. Alles bleef aanvankelijk onverdeeld, maar op 10 februari 1734 vond de scheiding plaats tussen Maria en haar broer Johannes. Maria hield het hoekhuis, dat zij bewoonde, en Johannes kreeg de beide andere huizen. Op 20 februari 1739 droeg Johannes Bispinck het huis met de stokerij erachter, thans no. 7, over aan zijn zwager Brinkman en zuster, die toen van het hoekhuis naar nummer 7 verhuisden en het hoekhuis gingen verhuren. In 1757 werd het hoekhuis verkocht aan Pieter Boschman. In 1851 woonde er de aanspreker F. Lagerweg, in 1864 D. Groot met beroep tapper en in 1879 Z.A. Tappe ook weer met beroep tapper.

Het hoekhuis wordt eind 19e eeuw niet goed onderhouden want in het begin van de twintigste eeuw is het bouwvallig. In 1918 is hier nog een café- billard gevestigd. Twintig jaar later, in 1938, is de karakteristieke geveltop van het hoekpand gesloopt en de kap provisorisch aangeheeld. Het café heeft plaatsgemaakt voor schoonmakerij De Adelaar, en de parfumeriezaak voor een cafetaria met ijssalon. Kort hierna worden de drie naast elkaar gelegen panden nrs. 1, 3 en 5 ‘onthoofd’. Op foto’s is te zien dat alleen nog het onderstuk van het gebouw overgebleven is; het gebouw is boven de houten onderpui afgebroken. In 1962 is ook dat deel in zo’n deplorabele staat dat het wordt afgebroken.

Vijzelgracht nrs. 1-9, hoek Prinsengracht 646-650. Ongedateerde foto. © Stadsarchief Amsterdam

Vijzelgracht 1-9, links de Prinsengracht.
Foto genomen op 10 mei 1971, door J.M. Arsath Ro’is.
© Stadsarchief Amsterdam

In 1968 wordt Stadsherstel Amsterdam in de gelegenheid gesteld de hele hoek te kopen (Vijzelgracht 1- 5 en Prinsengracht 646 en 648) om vervolgens de panden in hun oude luister terug te bouwen. Architect Gerard Prins (1929- 2017) begeleidde de (her)bouw; hij was via Stadsherstel betrokken bij meerdere van dit soort projecten. Het was destijds het 1000e pand dat Stadsherstel zou bezitten. In 1971 werd de hoek opgeleverd.

“Het verhaal van de hier afgebeelde Stadsherstel steen is dat van het bondgenootschap tussen ambtelijke en particuliere monumentenzorgers in de tweede helft 20ste eeuw. Dat in Amsterdam nog een historisch stadsgezicht te beschermen valt, is goeddeels aan dat bondgenootschap te danken”. (Geurt Brinkgreve uit: Binnenstad 194, juli 2002.)

Tekst: Onno Boers