Frontonsteen BATAVIA
Tichelstraat 33, Amsterdam
Het huis Tichelstraat 33, een rijksmonument (objectnummer 5726), heeft vermoedelijk een 18e- eeuwse (mogelijk een 17- eeuwse) kern. Het bestaat uit een hoofdhuis en een uitbouw aan de achterzijde. Het hoofdhuis heeft onder de verdieping een splitlevelindeling met een souterrain achter, daarboven een opkamer, en aan de voorzijde een kleine hoge kamer op straatniveau (voormalige schoenwinkel). De gelijkvloerse verdieping en een zolder met vliering worden ontsloten via de linker entreedeur. Het hoofdhuis wordt afgesloten met een zadeldak. De uitbouw heeft een plat dak. In 1737 kreeg het een nieuwe voorgevel. Op de aangepaste kaart van Loman uit omstreeks 1900 wordt linksachter een kleine aanbouw afgebeeld die overeenkomt met de huidige. Tussen omstreeks 1920 en het midden van de twintigste eeuw werd de houten onderpui enigszins gewijzigd. De doorbraak naar het huis Karthuizerstraat 193, links in de achteraanbouw, stamt waarschijnlijk uit 1997 toen de panden werden samengevoegd onder dit adres.
Het huis staat in het noordwestelijk deel van de Jordaan in het bouwblok dat verder wordt begrensd door de Karthuizerstraat, Tweede Boomdwarsstraat en de Westerstraat. Bij de zogenoemde ‘derde uitleg’ werd dit deel van de stad vanaf 1613 (her)verkaveld. De naam Tichelstraat verwijst naar de tegelbakkerijen die hier vroeger waren gevestigd. Op de vogelvluchtkaart van Balthasar Floriszn uit 1625 staat ter plaatse aan de Tichelstraat al bebouwing ingetekend: een ondiep huis met zadeldak waarvan de nokrichting evenwijdig aan de rooilijn is.
Diverse ornamenten aan de gevel (anno 1737), Tichelstraat 33. Tekening uit ca. 1900 van H.M.J. Misset (1875- 1858). © Stadsarchief Amsterdam
In een beschrijving van het pand, gemaakt door de Dienst Bouw- en Woning, wordt aangegeven dat het hier het familiewapen van de familie Huijgesen- Sergeant betreft. Dit is niet correct. Volgens de Wapenkaart van de Middelburgse burgemeesters uitgegeven door Anthony van Dam rond 1719- 1724, voerden Lieven Ruijgesen, van 1500 tot 1514 burgemeester van Middelburg, net als Jacob Huijgesen Sergeant, burgermeester van Middelburg van 1534 tot 1537, weliswaar het door een zwaard doorstoken krans in hun wapen, maar alleen op het zogenaamde ‘hartschild’, het centraal schild bovenop het schildvlak, dat weer in vier schildvlakken (kwartieren) verdeeld is.
Het in de frontonsteen afgebeelde wapen is weldegelijk het officiële wapen van de stad Batavia, de hoofdstad van voormalig Nederlands- Indië, het huidige Jakarta en hoofdstad van Indonesië. Het functioneerde informeel als het wapen van geheel Nederlands- Indië. Het wapen werd onder het bestuur van Jan Pieterszoon Coen toegekend op 15 augustus 1620 en werd hiermee het eerste heraldische wapen van Azië. Vanaf 1643 werden uitwaaiende linten, links en rechts van het zwaard in het wapen, toegevoegd. Tot nu toe is er nog geen connectie gevonden tussen de frontonsteen en de vroegere bewoners van het pand.
Het pand wordt nu al meerdere generaties door leden van dezelfde familie bewoont. In 1990, heeft de toenmalige echtgenoot van de huidige bewoonster de frontonsteen opgeknapt en geschilderd, en ook het bladgoud aangebracht. De voorzitter van de VVAG, Jos Otten, heeft toen advies gegeven over de heraldische kleuren van de steen. In 2024 heeft een schilder het geheel opnieuw geschilderd.
___________________________
Tekst: Pancras van der Vlist



