Gevelsteen met een krakeling
Sint Nicolaasstraat 12-14, Amsterdam
Boven de puilijst van een vernieuwde gevel zit een gevelsteen (formaat: 37x 50cm) met een krakeling en drie beschuiten. De voorstelling is verwerkt in een cartouche. Ter weerszijden van de bovenste beschuit staat 15- 64. Het jaartal 19- 32 ter weerszijden van de krakeling is het jaar van schoonmaak en restauratie van de steen.
Gabriel Metsu, ‘Bakker die op zijn hoorn blaast’.
Olieverf op houten paneel uit ca. 1660- 1663.
© RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
De krakeling was al in de 17de eeuw een populair koekje. Door de vorm wordt de krakeling vaak afgebeeld met allerlei symbolische betekenissen.
De krakeling was van oorsprong de vorm van een Germaanse armband die als grafgift diende. Dit werd blijkbaar te kostbaar en de armband werd toen in deeg nagemaakt. Een deel werd in het graf geworpen en een ander deel gegeten bij de begrafenismaaltijd. In Friesland wordt een krakeling nog steeds ‘begrafenisstengel’ genoemd.
In de 17e eeuw werden er bij kraamanijs krakelingen geserveerd, als symbool van het eeuwige leven, daar ze geen einde hebben. Kraamanijs is een likeur dat direct na de bevalling werd gegeven aan de kraamvrouw. Anijs had indertijd de reputatie dat het de baarmoeder snel tot de oorspronkelijke grootte kon terugbrengen, bovendien zou het boze geesten bezweren.
Het pand is uit 1932 en ontworpen door de architecten de gebroeders H.A.J. en J. Baanders. H.A.J. Baanders is ook bekend van het Blauwe Theehuis in het Vondelpark en het Amsterdams Lyceum. De bouwstijl is traditioneel met invloeden van ‘de Amsterdamse School’.
Tekst: Onno Boers