Een gevelsteen met een eenvoudige breedgerande zogenaamde ‘staalmeestershoed’ (naar de hoeden die worden gedragen op het schilderij ‘de Staalmeesters’ uit 1662 van Rembrandt van Rijn). Dit soort hoeden werd van vervilt beverhaar gemaakt en daarom ook wel ‘kastoor’ genoemd, afgeleid van het Latijnse ‘castor’ dat bever betekent.

De steen is afkomstig van Passeerdersstraat no. 19 en in 1934 door het K.O.G. (Koninklijk Oudheidkundig Genootschap) verworven. Kort na 1647 bouwde Hendrick Pietersz, van beroep hoedenmaker een woonhuis aan de Passeerdersstraat met vier huisjes daarachter, bereikbaar via een gang die later de Hoedenmakersgang werd genoemd. Het pand en de erachter gelegen huisjes werden in 1925 afgebroken en vervangen door een garage.

Op Rozengracht no. 204 is een gevelsteen met drie dezelfde hoeden, ook met elegante koordjes met kwastjes.

In 2013 heeft Wil Abels deze steen (formaat: 45x 58cm), tesamen met de andere stenen in deze gevelstenenmuur, in opdracht van de Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen gerestaureerd en weer in kleur gezet.

___________________________

Tekst: Onno Boers