Gevelsteen INDE VERKEERDE POT

Rokin 17 (zijgevel), Amsterdam

Deze gevelsteen zit in de zijgevel van het pand Rokin 17, aan de Nadorststeeg. Hij zat oorspronkelijk in Nadorststeeg no. 5 (hoek Rokin). In het voorjaar van 2008 is de steen door Wil Abels opnieuw in kleur gezet.

In 1875 vestigde stoomdrukkerij, binderij en lijmerij met winkel Blikman& Sartorius zich in een complex van oude bebouwing op de hoek Rokin, Nadorststeeg en Nes. Zij laten het geheel in 1891 in de basis ombouwen tot het huidige gebouw, waar nu de gevelsteen in de zijgevel zit.

Volgens sommigen kwam de naam van deze steeg, van een herberg op de hoek van de Nadorststeeg en de Nes. Nadorst, is de dorst die je hebt na overmatig drankgebruik. Anderen beweren dat het een geinige verbastering is van Naardersteeg, vernoemd naar de dekschuiten naar Naarden die hier op dit stuk van het Rokin aanmeerden. Uit oude registers blijkt echter dat al in 1557 op de hoek van deze steeg en de Nes een herberg stond waar ‘de Nadorst’ uithing. Maar daar heeft de gevelsteen verder niets mee te maken.

Rokin in de 19e eeuw, maker foto onbekend.
Links (v.l.n.r.) Rokin 15, 17 enz. De eerste steeg links is de Nadorststeeg.
© Stadsarchief Amsterdam.

Detail van een tekening uit 1909 van Herman Misset Misset (1875- 1958).
In het midden de nieuwbouw Stoomdrukkerij Blikman & Sartorius, met daarnaast rechts de Nadorststeeg. © Stadsarchief Amsterdam

De gevelsteen, met een formaat van 55x 55 cm, is gedateerd 1707. De afbeelding toont een omgekeerde metalen kookpot met hengsel, waar muntstukken uit rollen. Dit is mogelijk een symbolische voorstelling van misplaatste spaarzaamheid: uit de omgekeerde pot komt geld dat uitgegeven kan worden. Het ‘verkeerd’ in het onderschrift ‘Inde verkeerde pot’ heeft hier de betekenis van ‘omgekeerd’.

Jan ter Gouw en Jacob van Lennep schrijven er nog een mooi stukje over in hun ‘De uithangteekens. In verband met geschiedenis en volksleven beschouwd’:

De Spaarpot was altijd een geliefd symbool: van daar nog zoo vele Spaarpotsstegen: te Amsterdam wel drie; hoeveel er elders zijn weten wij zoo precies niet.

Maar in de 17de eeuw begonnen anderen er behagen in te vinden, precies het tegenovergestelde uit te hangen. Hooft had Warenar met zijn pot vol goud op het tooneel laten uitlachen, en de leer verkondigd, dat het beter was, het geld onder de menschen te brengen dan ’t in een pot te begraven: Hooft had de ‘ruimschottelde Miltheit’ triomfantelijk op de planken gebracht, om ‘de Gierigheit met haar mag’re bek’ de deur uit te jagen: – en nu symbolizeerden velen die Mildheid door een omgekeerde Pot, waar ’t geld uitrolde.

Zulk een Pot ziet men nog te Rotterdam, wijk 11 no. 516, op een gevelsteen, gelijk mede te ’s Gravenhage in de Wagenstraat, met het onderschrift: Aldus pot ik mijn gelt, en te Amsterdam in de Nadorststeeg: in de Verkeerde Pot. In de Baafjessteeg was omstreeks 1700 een logement de Omgekeerde Pot; en nog op ’t einde der vorige eeuw te Sassenheim een dito.

Op een gildepenning van ’t Lichtermansgilde te Amsterdam ziet men, ter wederzijde van ’t Amsterdamsche wapen, links het lettermerk van den Gildebroeder, rechts een omgekeerde Beurs, waar ’t geld uit rolt: ongetwijfeld zijn uithangteeken. Gelijke beteekenis had ook: Schud de beurs, dat hier en daar aan herbergen uithing, en nog te vinden is bij Hulst, bij de Lage Zwaluwe, op ’t eiland Schouwen, enz.

Ook ter Gouw en van Lennep hadden al de conclusie getrokken dat het hier om een zogenaamd ‘Vanitas’- symbool ging. Het woord vanitas is Latijn en betekent ‘ijdelheid’ en ‘leegheid’. Met afbeeldingen van bijvoorbeeld schedels, gedoofde kaarsen, verwelkte bloemen, zeepbellen, vergane boeken, muziekinstrumenten, klokken, omgevallen glazen en dit geval een omgekeerde pot met geld, wordt de vergankelijkheid en de zinloosheid van het aardse leven en de zekerheid van de dood gevisualiseerd.

Tekst: Onno Boers