Gevelsteen met Lot en zijn dochters

Fragmentengebouw Rijksmuseum, Amsterdam

Prins Hendrikkade 46-47 A (v.r.n.l.) met op de hoek, het Huis met het Torentje (Damrak 1). Tekening uit 1889 van J.M.A. Rieke (1859- 1899).
© Stadsarchief Amsterdam

Deze gevelsteen (40x 55cm) met de voorstelling van Lot en zijn dochters is, met andere bouwfragmenten afkomstig van het in 1558 gebouwde en in 1882 afgebroken Huis met het Torentje. Dit stond op de hoek van Damrak en Prins Hendrikkade.

Er zijn naast deze gevelsteen ook nog enkele andere natuurstenen elementen uit dit verdwenen gebouw in dezelfde muur van het Fragmentengebouw ingemetseld. De overige fragmenten bestaan uit een viertal gecanneleerde pilasters, zes gebeeldhouwde mans- en leeuwenkoppen en een cartouche met 1558. De tentoonstelling van de elementen en de gevelsteen in de muur van het Rijksmuseum, volgt de samenstelling zoals de diverse elementen in de gevel van ‘Het Huis met het Torentje hebben gezeten. Vergelijk hierbij de omgevingsfoto op deze pagina en de tekening van J.M.A. Riecke uit 1889, van het pand op de hoek Prins Hendrikkade en het Damrak.

Het Bijbelse boek Genesis verhaalt in hoofdstuk 18 en 19 van de steden Sodom en Gamorra, waar de mensen in zonde leven. God zendt twee van zijn engelen naar Sodom om poolshoogte te nemen. Ze ontmoeten Lot, een neef van Abraham, die hen uitnodigt in zijn huis. Eenmaal bij hem binnen verzamelen de mannen van Sodom zich rondom zijn huis. Ze eisen dat hij zijn twee bezoekers aan hen uitlevert zodat ze seks met hen kunnen hebben. Lot weigert, zich beroepend op zijn gastheerschap. Hij biedt zijn belagers in plaats van de gasten zijn twee maagdelijke dochters aan, maar dat wordt geweigerd. Als de mannen van Sodom Lots huis aanvallen gebruiken de twee engelen hun hemelse macht en maken de aanvallers blind. Ze sommeren Lot en zijn familie zo snel als mogelijk de stad te verlaten, zeggende dat deze verwoest zal worden. Ze waarschuwen hen niet te stoppen en niet om te kijken. Lot slaat dan met zijn vrouw en twee dochters op de vlucht. Wanneer zijn vrouw toch omkijkt verandert ze in een zoutpilaar.

Eenmaal buiten de stad schuilen Lot en zijn dochters in een grot in de bergen. Ze zien dat Sodom volledig is verwoest. Zijn dochters worden daarop bang dat er geen man meer te vinden is die kinderen bij hen verwekken kan en besluiten hun vader te verleiden. Ze voeren hem dronken en hebben gemeenschap met hem. Beiden zouden een zoon baren. De zoon van de oudste dochter heette Moab, de stamvader van de Moabieten. De jongste dochter noemde haar zoon Ben-ammi; hij werd de stamvader van de Ammonieten.

Tekst: Onno Boers