Gevelsteen DE PELLEKAEN

Rapenburg 105 (zijgevel Rapenburgerplein 9), Amsterdam

In mei 2009 werd, door een financiële bijdrage van het Haagse Levi Lassenfonds, de VVAG in de gelegenheid gesteld de gevelsteen DE PELLEKAEN in de zijgevel van Rapenburgerplein 9, door Wil Abels te laten restaureren. Het, door een 19de eeuwse profielrand omgeven reliëf zat zo dik onder diverse verflagen dat enorm detailverlies was opgetreden en de tekst op de onderrand vrijwel onleesbaar was geworden. Na moeizame verwijdering van de verfkorst bleek dat het reliëf, op een paar kleine beschadigingen aan de rand na, gaaf bewaard was gebleven. Ook kwam de originele gefrijnde rand van het reliëf weer tevoorschijn.

In het pand Rapenburgerplein was ooit het Nederlandsch Israëlitisch Ziekenhuis gevestigd. In het boek Joods Amsterdam schrijven Jan Stoutenbeek en Paul Vigevena op pag. 42 er het volgende over: ‘Een pelikaan die haar jongen voedt met haar eigen bloed is de fraaie afbeelding in de gevelsteen van het bescheiden hoekhuis Rapenburgerplein 9’.

Dit door de Portugese gemeente gebruikte symbool verwijst naar de liefdadige achtergrond van het pand waar in 1804 het eerste joodse ziekenhuis werd ingericht, het Nederlandsch Israëlitisch Ziekenhuis. In 1885 verhuisde het ziekenhuis naar de Nieuwe Keizersgracht. Nadien kreeg de veel kleinere Portugees Israëlitische gemeente de beschikking over het ziekenhuis aan het Rapenburgerplein. Toen is ook de gevelsteen aangebracht”.

Dit laatste is onjuist, de gevelsteen is van veel oudere datum. In 1875 signaleerde Jhr. Suasso de steen al in de zijgevel (Schetsboek pag. 195) en in een artikel in het maandblad Amstelodamum (1936- pag. 68) toont M. Boas aan dat volgens het Begraafregister van het Sint Antonius Kerkhof in 1648 de huisnaam De Pellecaen in verband met het hoekhuis voorkomt.

De gevelsteen vóór restauratie.

De gevelsteen vlak na restauratie.

Pen- en inkttekening met goudverf en bladgoud versierd, uit een laat 13e eeuws Frans manuscript van een onbekende maker. © Getty Center (Public Domain)

Het is niet verwonderlijk dat Stoutenbeek/ Vivegeno de gevelsteen met de pelikaan foutief in verband brengen met de ziekenhuisfunctie die het pand in de 19de eeuw had. Een pelikaan, op haar nest zittend, zijn/ haar jongen voedend met zijn/ haar eigen bloed, geldt al heel lang als symbool van de zelfopofferende liefde en raakte later in zwang als symbool voor sociale en medische zorg.

De bron van dit verhaal is de Physiologus uit Alexandrië. 200 Na Chr. of iets later. Een collectie van gemoraliseerde dieren
verhalen die aan de basis lag van de populaire bestiaria in de middeleeuwen, en gebruikt door de eerste christenen als moraal vertelsels. Een van de verhalen was dat een gier zijn/ haar jongen doodt, daar spijt van krijgt, zich in de borst pikt om met het bloed die jongen tot leven te wekken.

Een 17e eeuws emblemata- boek stelt dat het woord ‘gier’ verkeerd vertaald is. Wikipedia vermeldt dat een bepaald soort gier ‘pelikaan’ wordt genoemd! In Egypte wist men heel goed het verschil. Voor zowel gier als pelikaan bestaan afzonderlijke hiëroglyphen!

Tot 1800 wordt de oudervogel steeds als gier afgebeeld. Pas in de 19e eeuw gaat men de vogel als wat wij nù onder pelikaan verstaan als zodanig afbeelden. Een ‘anachronisme’.

Tekst: Onno Boers en Jos Otten