Gevelsteen met een duif

Oudezijds Armsteeg 1-3, Amsterdam

In geen van de koop/ verkoopaktes betreffende dit pandje wordt een huisnaam genoemd. De aanduiding ‘een huis en erf in de O.Z. Armsteeg n.z. (noordzijde), het eerste huis vanaf de Warmoesstraat’ was kennelijk duidelijk genoeg.

Maar als in 1717 ene Gerrit Jansz. Duijf, een 46 jaar oude schoenlapper (later wordt hij genoemd als hoenderkoper) eigenaar van het pand wordt is de gevelsteen met de duif wel te verklaren. In 1699 trouwde hij met Johanna Holtermans. Uit dit huwelijk kwam een zoon, Johannes, die in schuilkerk ’t Haantje gedoopt werd.

Johanna overlijdt in 1702 en wordt op het Karthuizerkerkhof begraven. Het jaar daarop trouwt Gerrit Duijf met Aeltje Soet. Uit dit huwelijk komen vijf kinderen die allen gedoopt worden in de Rooms Katholieke schuilkerk ‘t Stadhuijs van Hoorn (waar later de huidige Dominicuskerk aan de Spuistraat werd gebouwd). De kinderen overlijden jong; als Aeltje Soet in 1717 overlijdt is slechts een kind nog in leven.

Al vier maanden later, op 25 augustus, trouwt Gerrit Jansz. Duijf voor de derde keer; ditmaal is Maria Bartelinck de ‘gelukkige’. Uit dit huwelijk komen zes kinderen, ze worden allemaal in ’t Haantje gedoopt.

Gerrit Duijf kocht kennelijk veel panden als beleggingsobjecten. In 1755 en 1767 verkochten en/ of verdeelden de erven het omvangrijke huizenbezit. Het pandje in de Oudezijds Armsteeg komt tenslotte in bezit van ene Hendrick Duijf; het werd getaxeerd op Hfl. 2400,- maar een huisnaam werd niet genoemd.

De gevelsteen stelt een, naar links gewende, staande duif voor met in zijn snavel een takje met twee/ drie bladeren. Het is de gebruikelijke voorstelling van de, door Noach losgelaten duif die terugkeert naar de Ark met een olijftak: de zondvloed was voorbij, de aarde was drooggevallen (Genesis 8:8-12).

Tekst: Onno Boers
Huisonderzoek: Hans Brandenburg