Gevelsteen met een vos en een krab
Noordermarkt 39- 40, Amsterdam

Al heel lang stond de restauratie van deze bijzondere steen op het verlanglijstje van de VVAG. Telkens wisselende eigenaren, eigenaren die niet op onze verzoeken reageerden, het was om hopeloos van te worden. Tot we in het voorjaar van 2009 via een makelaarskantoor toestemming kregen om het beschadigde (de snuit van de vos was ooit afgebroken) en verwaarloosde reliëf aan te pakken.
De sierlijke Lodewijk XIV-ornamenten ter weerszijden waren behoorlijk aangetast door langslopend vocht en algengroei. Aan de hand van een oude foto kon de snuit van de vos aangeheeld worden, evenals de kleine beschadigingen aan de zij-ornamenten. Veel kleur werd er niet aangetroffen dus heeft Wil Abels in juli 2009 de voorstelling in natuurlijke kleuren geschilderd.
Tekening M.J. Misset (1875- 1958).
© Koninklijk Oudheidkundig Genootschap

De Russische volksvertelling van de Kanker (kreeft) en de Vos. Omslag- afbeelding van een Babyboekje uitgegeven in 1939 door het Centraal Comité van de Komsomol.
In het fronton van de, in de jaren ’30 herbouwde halsgevel is het alliantiewapen van de familie Oudermolen-Dekker. Christiaan van Oudermolen liet in 1727 het pand vernieuwen en ter gelegenheid daarvan het gefantaseerde familiewapen aanbrengen. Wat de relatie is tussen de bouwheer en de voorstelling op de gevelsteen is onduidelijk, misschien dat de moraal van de fabel van de vos en de krab: ‘hoogmoed komt ten val en opschepperij leidt nergens toe’ hem wel aansprak.
Dit verhaal gaat over de vos die op zekere dag een krab tegenkomt. De vos verwonderde zich over de trage gang van de krab en vraagt hem waarom hij niet sneller kan lopen. De krab antwoord dat hij sneller dan de vos kan lopen. Vos en krab maken er wat ruzie over totdat de krab zegt: ‘Zullen we er om wedden, wie het eerst bij het dorp daar verderop is, is de winnaar en je krijgt van mij nog een vossenlengte voorsprong. Jij gaat voor mij staan, ik sta achter je en als ik roep Start dan beginnen we’.
De vos vond dat een prima idee en draaide zijn achterlijf met de grote harige staart naar de krab toe. De krab riep: ‘Start’, maar had zich intussen, zonder dat de vos het merkte, met beide scharen in de staart vastgebeten. De vos rende uit alle macht en bij het dorpje aangekomen draaide hij zich om. Om te kijken waar de krab bleef. Die had zich uit de staart van de vos laten vallen en riep; ‘Mijnheer vos, ik sta hier al een tijdje te wachten, waar blijf je nou toch?’.
Het was duidelijk dat de vos de weddenschap verloren had en hij liep met de staart tussen de poten boos weg.
Dit verhaal over de vos en de krab komt al in de middeleeuwen als volkssprookje in Rijnland en Westfalen voor. In de 19de eeuw hebben de gebroeders Grimm (Jacob 1785- 1863 en Wilhelm 1786- 1859) het bewerkt en is de krab een kreeft geworden. Het verhaal wordt in veel landen nog steeds verteld, zij het in de vorm met de krab of de kreeft.


De gevelsteen vóór en na restauratie.
De gevelsteen DE KRAB EN DE VOS, afkomstig uit de Lindenstraat 41.
© Koninklijk Oudheidkundig Genootschap
In de collectie van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap bevindt zich nog een tweede bewaard gebleven Amsterdamse gevelsteen met daarop de afbeelding van de fabel met de krab en de vos. Deze steen, met in het midden een mogelijk waterschip, is afkomstig van Lindenstraat 41 en wordt nu bewaard in depot van het Rijksmuseum.
Tekst: Onno Boers