Gevelsteen D’4 GEKROONDE EVANGELISTEN

Nieuwezijds Kolk 1, Amsterdam

In 1908 werden een paar panden aan de Nieuwezijds Kolk afgebroken om plaats te maken voor het gebouw van de NV Likeurstokerij en Wijnkoperij De Wildeman, v/h Levert en Co.

Op een oude foto en op een tekening van H.J. Misset (collectie KOG) is te zien dat de toen ook afgebroken fraaie, verhoogde halsgevel op no. 1 voorzien was van een gevelsteen met de vier Evangelisten, en hoger in de gevel een jaartallint met 1666 had. De gevelsteen kreeg een plek, rechts in de gevel van de nieuwbouw, boven de deur naar de verdieping, het jaartallint is zoekgeraakt.

Nieuwezijds Kolk 1, getekend in 1910 door H. M. J. Misset (1875- 1958). © Koninklijk Oudheidkundig Genootschap

In de literatuur is er wat verwarring over het juiste adres. Van Lennep en Ter Gouw geven Kolksteeg als adres, Suasso daarentegen geeft het juiste, de Noord- Hollandsche Oudheden (1903) noemt als adres Kolksteeg 1, de Monumentenlijst heeft het weer goed, terwijl Alings (1949) Kolksteeg 5 noemt.

In de loop der jaren was het reliëf (formaat: 55x 75cm), wegens lekkage hoger in de gevel zeer verdonkerd en door vocht groen uitgeslagen. In najaar 2005 kon de VVAG aan Wil Abels de opdracht tot restauratie geven die echter door het slechte weer uitgesteld moest worden tot begin mei.

De gevelsteen vlak na de restauratie in 2005/6 door Wil Abels.

De voorstelling op de steen is uniek, de vier Evangelisten, ieder vergezeld van zijn symbool, gezellig zittend aan een tafel waarop vellen papier en een inktpotje te onderscheiden zijn. Van links naar rechts zijn voorgesteld: Lucas met de os, hij schrijft iets met een ganzenveer, Johannes, zoals gebruikelijk jong en zonder baard, vergezeld van de adelaar, daarnaast Mattheus met de mens in de gedaante van een engeltje, en Marcus met de leeuw.

De gevelsteen, met de grappige ligamenten in het onderschrift, (de samenvoeging van twee lettertekens tot een), kan het “reclamebord” van een 17de eeuwse uitgever of boekhandelaar zijn geweest. De Evangelisten waren immers schrijvers.

Tekst: Onno Boers