Gevelsteen DIE VINDERS KAMER

Nesplein (zn), Amsterdam

In de Stadsbeschrijving van Jan Wagenaar (1765) wordt in deel II, op pagina 39 de “Groote Vleeschhal “ beschreven. Deze vleeshal was oorspronkelijk de, nog middeleeuwse kapel van het Sint Pietersklooster en stond aan de noordzijde van het huidige Nesplein(tje).

‘De twee oude Vleys Hallen’, de Grote en de Kleine Vleeshal, aan de Nes bij de Sint Pieterspoortsteeg 45. Gravure uit 1665. © Stadsarchief Amsterdam

Nes 41- 49 tussen de Sint Pieterspoortsteeg (links) en nummer 49. OP de zijmuur van de Kleine Vleeshal is het reliëf van de gevelsteen te zien. Tekening uit 1774 door H.P. Schouten (1747- 1822).
© Stadsarchief Amsterdam

Wagenaar schrijft: “Voor (d.w.z. aan de zijde van de Nes) boven de groote Vleeschhal is het comptoir der Vinders of Keurmeesters van het vleesch, welke zijn opgang heeft aan de noordzijde. Boven den ingang staat een varken aan de leer, en ander geslacht vleesch uitgehouwen, waaronder men leest: DIE VINDERS KAMER 1644”. Wagenaar vergiste zich echter. Het is geen varken maar een rund dat aan de leer hangt. Op een tekening van H.P. Schouten uit 1774 is de door Wagenaar beschreven steen duidelijk te zien. Het reliëf is van kleur voorzien, maar mist opvallend genoeg de beide zij- voluten. Ook uit deze afbeelding blijkt dat Wagenaar zich heeft vergist en blijkt de steen in de Kleine Vleeshal te zitten in plaats van de door hem beschreven Grote Vleeshal.

Het reliëf heeft diverse verbouwingen van de oude vleeshal overleefd maar bij een grote herbouw/ verbouw in 1930- 1931 (het Gemeentelijk Girobedrijf werd er gevestigd) “vergat” men de oude gevelsteen een plek te geven. Wel werden er 6 gevelreliëfs van Hildo Krop aangebracht, met voorstellingen gerelateerd aan vroegere activiteiten in deze buurt. Pas in 1944 kreeg DIE VINDERSKAMER vanuit het depot van het Stedelijk Museum z’n huidige plek.

In de eerste druk (1943) van zijn Amsterdamsche gevelsteenen vermeldt Alings de steen nog als in de collectie van het Stedelijk Museum, in de tweede druk (1949) kan hij melden dat de steen is herplaatst. In de loop der jaren werd aan het uiterst gedetailleerde reliëf vrijwel geen onderhoud gepleegd en, omdat zeer waarschijnlijk de oude verflagen er ooit afgeloogd waren, raakte het oppervlak erg vervuild.

Toen in 1991 ter gelegenheid van de feestelijke heringebruikneming van de Nes met het gerenoveerde Brakke Grondcomplex de bakstenen gevels van de voormalige Pietershal eventjes chemisch gereinigd werden, vergat men de gevelsteen (formaat: 50x 135cm) af te dekken. Grote delen van het reliëf raakten doordrongen van het van het, met rode steenstof verzadigde reinigingsmiddel.

De gevelsteen tijdens de restauratie.

Het eindresultaat van de restauratie door Wil Abels in 2008.

Al geruime tijd stond het in oude glorie herstellen van deze mooie gevelsteen op het verlanglijstje van de VVAG en in 2007 raakten we in contakt met de Fortis Bank, de gebruiker van het pand, en kon de VVAG een herstelplan opzetten.In mei 2008 kon Wil Abels vanaf zijn speciale ladder aan het werk en het resultaat is verbluffend.

De zwaar beschadigde bovenrand is aangeheeld en de tekst op de onderplint is gerestaureerd, het totale oppervlak is schoongemaakt en geïmpregneerd. De voorstelling zelf had in 464 jaar weinig schade opgelopen, zeer waarschijnlijk omdat de gevelsteen al die tijd kleurig beschilderd was (zie de tekening van H P Schouten uit 1774). Aan de hand van minieme kleursporen heeft Wil Abels de voorstelling met terughoudendheid gepolychromeerd.

Tekst: Onno Boers