Gevelsteen MET DRIE KRONEN

Korte Keizersdwarsstraat 7, Amsterdam

In 1631 verkoopt Dr. Joannes Fongersz, advokaat aan het Hof van Friesland, 1/8ste part in een huis en erf in de Keizersdwarsstraat waar ‘De Drie Cornen’ in de gevel staat. Dit is zeer waarschijnlijk een verschrijving van de klerk want in diverse aktes van het buurpand wordt, in verband met ons pand ‘De Drie Kronen’ als huisnaam genoemd. Ook in latere koop/verkoopaktes worden ‘De Drie Kronen’ in de gevel genoemd.

Het is opvallend dat in de 17de eeuw voortdurend parten van het pand verkocht worden. Pas in 1708 wordt het ‘’huis en erf in de Keizersdwarsstraat, waar ‘De Drie Kronen’ in de gevel staan” als 1 geheel pand gekocht door de gebroeders Simon en Jan Chevijn, resp. goudsmid en boekslotenmaker van beroep.

Na hun dood, Jan stierf in 1712 en Simon in 1718, verkopen hun erven het pand in 1750. Dat het een beleggingspand was, mag blijken uit het Register van de Personele Quotisatie (1742) want toen was de Commies ter recherche Abraham van de Clos de huurder. Hij had 1 dienstbode, betaalde 225 guldens aan huur en had en inkomen van 1200 guldens.

Korte Keizersdwarsstraat 5- 13. Foto uit januari 1956 gemaakt door onbekende fotograaf.
© Stadsarchief Amsterdam

Een foto uit 1956 in het Stadsarchief toont het pand in de korte Keizersdwarsstraat als een uiterst simpele, onversierde tuitgevel. Boven de hoge houten onderpui waarin één breed venster en twee deuren, waarvoor een stoepje, is slechts één woonverdieping met daarboven de zolderverdieping met een venster. De gevelsteen met de drie kronen is duidelijk zichtbaar boven de pui.

Op 4 december 1968 gaven B en W van Amsterdam toestemming aan de heer W.P. Pennekamp, toenmalig eigenaar, om het pand tot de vloer van de 1ste verdieping te slopen. Kennelijk had het K.O.G. (Koninklijk Oudheidkundig Genootschap) lucht gekregen van deze sloopvergunning en attendeerde de heer Pennekamp op de gevelsteen met de drie kronen, die bij de sloop ‘vrij’ zou komen en vroeg hem het steentje ter beschikking van het K.O.G. te stellen.

Kennelijk bereikte dit verzoek hem te laat want in september 1994 laat hij schriftelijk aan de VVAG weten dat hij na de sloop in september 1969 het steentje persoonlijk bij het Bureau Monumentenzorg in de Dirk van Hasseltseeg heeft afgegeven. Hij kreeg er fl. 150.- contant voor.

Kennelijk werd het steentje overgebracht naar de opslagwerf voor bouwfragmenten aan de Wenckebachweg want op een inventarislijst van 1993 komt het als nr. 17 voor. Maar die lijsten kloppen niet altijd want volgens beheerder Ben van Leeuwen werd er regelmatig ingebroken en verdwenen er gevelstenen. In de Telegraaf van 13 oktober 2000 stond een artikel met de veelbetekenende kop: “Oude gevelstenen blijken roversgoed”.

Niet alleen ‘verdwenen’ er gevelstenen, de beheerder verkocht ze soms ook. Een steen met een vergulde voet uit 1663, in 1964 aan het K.O.G. geschonken, werd verkocht ter inmetseling in de Nieuwe Leliestraat 66. Een steen met een liggende leeuw, afkomstig van de Lastageweg, werd verkocht aan slagerij De Leeuw in de Utrechtsestraat en de steen Het Huis Te Almelo, van Rapenburgerstraat 53 werd in 2004 verkocht aan de beheerder van de Bols-taverne, ter inmetseling op het ‘pleintje’ naast Rozengracht 104.

In oktober 2014 de kreeg de VVAG het bericht dat een gevelsteen met drie kronen bij een Amsterdams particulier lag, Hij had het lang geleden (omstreeks 1972) op het Waterlooplein gekocht. Al snel bleek dat het ‘t steentje was uit het in 1969 deels afgebroken pand Korte Keizersdwarsstraat 7. In december 2017 werden de drie kronen overgedragen aan de VVAG en Jan Hilbers kon het zwaar beschadigde reliëf restaureren, in kleur zetten en deels vergulden.

Toen de VVAG de NV Stadgenoot, beheerder van o.a. Korte Keizersdwarsstraat 7, benaderde met het plan de gevelsteen terug te laten keren naar z’n oude, kadastrale plek was het een en ander vlug beklonken. Op 21 januari 2019 keerden de drie kroontjes weer terug naar hun oude adres.

Tekst: Onno Boers
Huisonderzoek: Hans Brandenburg