GEDENKSTEEN EERSTESTEENLEGGING 1682
Hoofdbrug (naast Prins Hendrikkade 94), Amsterdam

In de zomer van 2012 kon Wil Abels eindelijk de marmeren gedenksteen in het bruggenhoofd van de Hoofdbrug, brug nr. 299, onder handen nemen. Dit was hoognodig, de marmeren plaat was op diverse plekken gebarsten en zwaar gehavend door achterlangs lopend vocht. Vanaf een door hemzelf geconstrueerd hangsteigertje kon Abels het oppervlak reinigen en de barsten en scheuren met speciale specie opvullen en deze opvullingen op kleur brengen. Langs de bovenzijde hij een z.g. lekdorpel aangebracht en in het cement aan de onderzijde een aantal gaatjes geboord om eventueel achterlangs lopend vocht af te voeren. In 2024 heeft Wil Abels de steen nogmaals onderhanden moeten nemen.
Wil Abels tijdens de restauratie in 2012.
De Hoofdbrug is gelegen in de Prins Hendrikkade en overspant het water van de Geldersekade. De brug ligt aan de oostkant van de Schreierstoren.
De eerste brug die hier lag kwam in 1682 toen de burgemeesters Joan Munter en Johannes Hudde in één keer drie bruggen lieten bouwen, de anderen waren de Kraansluis en Kikkerbilssluis. Amsterdam was weer toe aan stadsuitbreiding en moest een verbinding over de Geldersekade hebben.
Deze gedenksteen omtrent de eerstesteenlegging op 10 juni 1682 door de heren Lukas Trip en Willem Gerret Dedel (beiden neven van zowel Munter als Hudde) herinnert daaraan. Vanaf dan wordt de brug verscheidene malen vervangen en verstevigd en verbreed tot wat zij nu is.
Een eerste naam voor deze brug verwijst naar haar functie: ‘Gelderse Kaai’s waterkering’. Haar huidige naam dankt ze net als de nauwelijks een kilometer verder liggende Kamperbrug (brug 285) aan het Bolwerk ‘Kamperhoofd’.
Tekst: Onno Boers