Gevelsteen DE VISSER

Binnen Wieringerstraat 28, Amsterdam

Hoewel de erven in de Grote en Kleine Houtstraat (beiden straten nabij het Haarlemmerplein) al in 1642 door Burgemeesteren en Thesaurieren werden uitgegeven, is de vroegste vermelding van ons pand, op het eind van de Grote Houtstraat, pas van 1706. Het betreft een koop/ verkoopakte van een ‘huis en erf, waar “De Visscher” in de gevel staat, in de Houtstraat z.z.’ (=zuidzijde).

De gevelsteen vóór restauratie.

Huis en erf worden verkocht door de koopman Joannes Tijm en de medicine doctor Jacobus Visscher. Deze Jacobus Visscher was de, in 1646 geboren zoon van Lambert Dircksz Visscher. Naar alle waarschijnlijkheid kunnen we deze Lambert Dircksz Visscher beschouwen als bouwer van het genoemde huis waar ‘de Visscher’ in de gevel stond.

Lambert was afkomstig uit Weesp en bij zijn ondertrouw met de Amsterdamse Annetje Jacobs, zij woonde op de Brouwersgracht, gaf hij als beroep snijder (=kleermaker) op. Hun kinderen kwamen allemaal goed terecht: dochter Elisabeth trouwde op 10 januari 1657 met de apotheker Reijer Willemsz Bloemendael, dochter Christina trad op 17 maart 1663 in het huwelijk met Willem Jansz Tijm, gouddraadtrekker van beroep.

Zoon Jacobus noemden we boven al als een van de verkopers van het pand met ‘de Visscher’’ in de gevel. Een groot pand kan het, gezien de koopsom van fl. 300,- contant, niet geweest zijn. Ook in de latere koop/ verkoopaktes komt de prijs niet boven de 600 gulden uit, in 1807 wordt het zelfs voor 40 gulden uit de hand verkocht.

Uit de Verpondingsregisters blijkt dat in de periode 1740/ 45 het bedrag iets verhoogd werd. Waarschijnlijk vond er een kleine verbouwing plaats en werd ook de oude gevelsteen vervangen door een ‘moderne’ steen met denkelijk dezelfde voorstelling maar met het onderschrift ‘de Visser” i.p.v. ‘de Visscher’.

Uit latere 18de eeuwse koop/ verkoopaktes blijkt dat de kopers voornamelijk ‘kleine luiden’ zijn; in 1740 wordt Andries Wessels, varensman uit Lubeck eigenaar en als in 1754 zijn weduwe het pand verkoopt is het de timmerman Gijsbert Laanius die de nieuwe eigenaar wordt. In 1769 verkoopt Laanius het pand aan de sleper Hermanus Heermans die het in hetzelfde jaar doorverkoopt aan Cornelus Brinkman, eveneens sleper van beroep.

Grote Houtstraat 23- 25. Foto uit vlak voor 1972. Foto van onbekende maker. © Stadsarchief Amsterdam

Foto’s van het originele pandje in de Grote Houtstraat zijn er niet, slechts enkele onduidelijke foto’s uit de jaren ’30 en van kort voor de afbraak in 1972. Daarop is te zien dat de gevelsteen ingemetseld was boven de ingang van een hoog pand uit ong. 1900.

Detail van de gevel van Grote Houtstraat 25. Foto van onbekende maker.
© Stadsarchief Amsterdam

De staande visser op de gevelsteen draagt een pikhaak over de rechterschouder en houdt met z’n linkerhand een grote vis vast. Links op de voorgrond een stapeltje vaatjes en rechts een staand vat waar waarschijnlijk een net met drijvers in zit. Rechts in de bovenhoek, op een duin, een houten baak met een rokende vuurkorf.

In oktober 2014 kon Wil Abels het steentje, dat in 1984 ingemetseld werd in Binnen Wieringerstraat 28, op verzoek van de eigenaar van het pand van dikke oude verflagen ontdoen en opnieuw polychromeren.

Tekst: Onno Boers
Huisonderzoek: hans Brandenburg