Gevelsteen T HEYDEL BERGHS VADT
Kolksteeg 12, Amsterdam
Deze gevelsteen (formaat 80x 100cm) met het wijnvat zat oorspronkelijk op Rokin no. 90 tot dit pand in 1914 werd afgebroken. Later is de steen herplaatst in deze in 1940 – met toepassing van oude fragmenten – herbouwde halsgevel aan de Kolksteeg.
Rokin 88-92 voor 1914. Foto van het Gemeente Energie Bedrijf.
© Stadsarchief Amsterdam
Grote wijnvat te Heidelberg, gravure Willem Jacobsz. Delff, naar Monogrammist IC, gemaakt in Delft tussen 1590 en1638.
© Rijksmuseum Amsterdam
De gevelsteen toont het ‘Grote Heidelberger Vat’ (Duits: Großes Fass), een extreem groot wijnvat, dat zich bevindt in de kelder van het Schloss Heidelberg. In de geschiedenis van Heidelberg zijn er vier van dit soort tonnen geweest. Het op de gevelsteen afgebeelde vat is de eerste van vier en wordt het zogenaamde Johann-Casimir-Fass (1591) genoemd.
In 1751, het bouwjaar van het huidige zogenaamde Karl-Theodor-Fass, had het vat een capaciteit van 221.726 liter. Door de uitdroging van het hout is de huidige capaciteit 219.000 liter. Honderddertig eiken zijn gekapt voor het maken van de ton. Het vat is echter zelden daadwerkelijk gebruikt als wijnvat, maar wordt vooral benut als een van de belangrijkste toeristenattracties van Heidelberg. De bovenzijde van de ton is namelijk groot genoeg om als dansvloer te dienen. Het in 1934 gebouwde Riesenfaß te Bad Dürkheim is echter groter.
Volgens een lokale legende is er een eeuwige bewaker van het gigantische vat: Perkeo van Heidelberg, een vroegere hofnar en opzichter van de drankproductie van het kasteel, die bekend stond om zijn overvloedig drinken.
Tekst: Onno Boers