Gevelsteen van het Poortje van Leninghe
Enge Lombardsteeg 4, Amsterdam

De Stadsbank van Lening is een Amsterdamse kredietbank, die is opgericht in 1614, nadat er in Amsterdam steeds meer woekerpraktijken plaatsvonden ten aanzien van het belenen van goederen. De bankmedewerkers die onderpanden aannamen en geld verstrekten, moesten daarom schepenen der stad zijn geweest. De bank is een gemeentelijke instelling en ook de oudste geldverstrekker van Amsterdam. De bank werd gevestigd in twee oudere gebouwen die zich aan de Nes (en Oudezijds Voorburgwal) bevonden: een turfpakhuis (het gebouw dichtst bij de Dam) en de noordvleugel van het voormalige Maria Magdalenaklooster, dat na de alteratie van 1578 haar functie verloor, en speciaal voor de bank werd verbouwd. In 1664 werd het naastgelegen pand bij de bank betrokken.
Het poortje van de Bank van Lening, of Lommerd, aan de Enge Lombardsteeg 4. Tekening van H.P. Schouten (1747-1822) uit 1792.
© Stadsarchief Amsterdam
In 1658 werd de bekende dichter Joost van den Vondel aangesteld als suppoost/ boekhouder. Zijn zoon had een enorme schuld opgebouwd en vader Vondel zou daar uiteindelijk voor opdraaien. Hij moest de klanten met ontbloot hoofd te woord staan, in die tijd een vernedering voor iemand van enige betekenis.. Hij bleef ruim tien jaar in dienst en zijn “bureaustoel” is bewaard gebleven.
In de zijgevel aan de Enge Lombardsteeg bevindt zich dit toegangspoortje uit 1616 met een gebogen fronton, omlijst door twee hoornen van overvloed. Lange tijd heeft dit poortje als de publieksingang van de Bank van Lening gefungeerd. Het reliëf dat door Willem de Keyser gehakt is, toont een vroeg-17de-eeuwse voorstelling van de lommerd in bedrijf. Een lommerd (een verbastering van lombard), is officieel een bank van lening, maar wordt ook gebruikt om een (houder van een) pandhuis aan te duiden.
Restaurateur Wil Abels aan het werk.
Het reliëf van het poortje.
Het opschrift van het reliëf luidt:
Tot behulp voor den noodtdruftigen is hier gestelt
DE BANCK VAN LEENINGE voor een cleyn gelt
Opvallend is het gebruik van de ÿ in het woord cleÿn. Deze gestipte Y is volgens sommigen de voorloper van onze lange IJ.
De Hoorn des overvloeds (ook wel Cornucopia genaamd) , is een legendarische voorwerp, dat zoals de naam suggereert, overvloed schonk. Het verhaal stamt oorspronkelijk uit de Griekse mythologie. Volgens de mythe is de Cornucopia de hoorn van de geit Amalthea, die Zeus zoogde op Kreta. Als dank zette Zeus haar aan de hemel als een sterrenbeeld en volgens de mythe zou haar hoorn, de houder ervan alles schenken wat hij of zij begeerde. Ook de Romeinen associeerden vooral hun godin Fortuna met de Hoorn des overvloeds, maar ook de godinnen van de Hoop (Spes) en de Eendracht (Concordia) werden afgebeeld met de Cornucopia.
Tekst: Onno Boers